Discriminatie

Sinds 2009 is het verbod op discriminatie ook in de Arbowet opgenomen. Het begrip psychosociale arbeidsbelasting (PSA) is in artikel 1 van de Arbowet gedefinieerd. Onder PSA vallen alle factoren die op het werk stress kunnen veroorzaken, bijvoorbeeld agressie, geweld, seksuele intimidatie, pesten en werkdruk.

Grondwettelijk Verbod en Nuances van Discriminatie

Artikel 1 van de Grondwet is heel duidelijk. Discriminatie is verboden. De letterlijke tekst van Artikel 1 lees je hieronder.

Allen die zich in Nederland bevinden, worden in gelijke gevallen gelijk behandeld. Discriminatie wegens godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht, handicap, seksuele gerichtheid of op welke grond dan ook, is niet toegestaan.

Discriminatie gaat over onterecht verschil maken tussen mensen. Ofwel mensen anders behandelen, achterstellen of uitsluiten op basis van (persoonlijke kenmerken. Er kan ook sprake zin van het maken van een gerechtvaardiga verschil. Zo mogen er best eisen worden gesteld aan het opleidingsniveau van mensen om een bepaald beroep uit te oefenen. Maar er mag geen onderscheid worden gemaakt op basis van godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht, of op welke andere grond dan ook. De woorden of op welke grond dan ook, breiden het verbod van discriminatie vit tot andere discriminatiegronden dan de in Artikel 1 genoemde gronden.

Er kan bij discriminatie sprake zin van direct en indirect onderscheid. Een voorbeeld van direct onderscheid: "Je krijgt deze functie niet omdat je Islamitisch bent"

Bij indirect onderscheid gaat het om bepalingen die wellicht niet discriminerend bedoeld zijn maar die indirect een discriminerend effect hebben. Bijvoorbeeld: "Honden worden in dit pand niet toegelaten". Hierdoor wordt indirect onderscheid gemaakt op grond van handicap: mensen met bijvoorbeeld een blindengeleidehond zouden dan niet in dat pand kunnen werken.

Gevolgen van discriminatie op het werk

Wanneer discriminatie op de werkplek plaatsvindt, kunnen de gevolgen ernstig zijn, vergelijkbaar met de schadelijke effecten van seksuele intimidatie en pesten. Werknemers die het slachtoffer worden van discriminatie ervaren schade aan hun persoonlijke waardigheid en mentale integriteit. Dit kan leiden tot slaapproblemen, verminderde productiviteit en uiteindelijk zelfs tot ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid.

Beleid tegen discriminatie

Als werkgever ben je vanuit de huidige Arbowet verplicht om specifieke aandacht te besteden aan psychosociale arbeidsbelasting (PSA), wat onder andere discriminatie omvat. Dit betekent dat je een doeltreffend beleid moet voeren om discriminatie en andere vormen van psychosociale belasting op de werkplek te voorkomen en aan te pakken.

In dit beleid dien je een duidelijk protocol op te nemen dat richtlijnen biedt voor het omgaan met ongewenste situaties, waaronder pesten, discriminatie, seksuele intimidatie en agressie en geweld. Dit protocol is belangrijk om voor alle medewerkers helderheid te verschaffen over wat wel en niet acceptabel is binnen de organisatie.

Daarnaast is het belangrijk om een interne of externe vertrouwenspersoon aan te stellen. Deze persoon fungeert als een vertrouwelijk aanspreekpunt voor werknemers die te maken krijgen met discriminatie of andere vormen van ongewenst gedrag. Het hebben van een vertrouwenspersoon kan werknemers de moed geven om problemen aan te kaarten en ondersteuning te zoeken.

Verder is het raadzaam om een klachtencommissie in te stellen die belast is met het onderzoeken van meldingen van discriminatie en andere vormen van ongewenst gedrag. De klachtencommissie kan zorgen voor een eerlijke en objectieve afhandeling van klachten, met als doel een veilige en respectvolle werkomgeving voor alle medewerkers te waarborgen.

Door actief beleid te voeren tegen discriminatie en andere vormen van psychosociale belasting, toon je als werkgever je betrokkenheid bij het welzijn en de veiligheid van je werknemers, en draag je bij aan een positieve werkcultuur gebaseerd op gelijkheid en respect.